Deze iconische uitkijktoren versterkt de natuurervaring én ondersteunt biodiversiteit van het nieuwe natuurgebied Het Hollandse Hout, een gemengd productiebos dat verwildert. Een ontwerp van lokaal en hergebruikt hout, waar de ecologische omgeving nadrukkelijk deel van is.

De Natuurtoren verbindt en vervlecht de verschillende landschappen van het Hollandse Hout en Flevoland. Drie ‘vinnen’ herbergen elk hun eigen biotoop en lopen met elkaar vervlochten omhoog tot 30 meter boven de grond. De uitkijktoren nodigt uit om te ontdekken en te waarderen wat het landschap te bieden heeft. Van kikker- tot vogelperspectief! 

De drie vinnen hebben elk een eigen doelgroep. De bospad-vin sluit aan op het bos en is gericht op boswandelaars. De tweede vin komt van de oever van de slenk en dient als steiger. Hier kunnen kano’s aanmeren en bezoekers een rustplek vinden. De derde vin sluit aan op een drassig moeras, midden in de slenk. Deze vin kan worden bewoond door dieren en biedt ruimte voor beplanting om omhoog te groeien en de toren te vergroenen. Een houten grid met stalen connecties vormen de basisstructuur van de toren. 

Vanaf het bospad loopt de route naar het eerste platform van de toren rustig omhoog met een hellingbaan. Hiermee is dit platform (op vijf meter hoogte) ook goed bereikbaar voor mensen die minder goed ter been zijn. De vier hogere platforms liggen steeds vijf meter hoger. Elk platform heeft een uitkijkplek buiten de toren, steeds op een andere plek, zodat de bezoekers vanuit verschillende perspectieven het natuurgebied overzien tijdens hun route naar de top. Vanaf het hoogste punt ervaren de bezoekers een adembenemend uitzicht boven de boomtoppen. 

Nest- en broedfaciliteiten

Deze toren biedt nieuwe uitzichten voor de mens, maar huisvest ook andere diersoorten. De bewoners van de drie biotopen waaruit de toren verrijst - het bos, het moeras en de oever - vinden in de toren nest- en broedfaciliteiten naar hun voorkeur.

De specifieke woningwensen van zo’n vijftien soorten zijn geïntegreerd in de Uitkijktoren. Zo vliegt de ijsvogel vanuit zijn lange nestgang in de moeras- en oevervin, direct uit over het water op zoek naar visjes. En de vleermuizen warmen zich in hun nestkast aan de laatste zon van de dag voordat ze uitvliegen om de insecten boven het water te verorberen. Boomklevers, Bonte Spechten en Uilen kijken vanuit hun nestkasten in de hoge vinnen van de toren uit over het landschap, terwijl de egels de winter doorbrengen in de egelhuisjes onderaan de bosopgang.

Tussen de sterren

De toren is niet alleen in het natuurgebied verankerd, maar neemt ook haar plaats in de tijd en de natuurlijke cycli. Daarom wijzen de vinnen en de toren naar de belangrijkste sterren per seizoen. Op de langste dag in de zomer, is om 23:00 uur vanaf de oevervin de zomerdriehoek van Wega, Altair en Deneb zichtbaar precies rondom de toren. En tijdens midwinter om 08:00 uur, is vanaf de moerasvin de winterzeshoek van Capella, Aldebaran, Rigel, Sirius, Procyon en Castor rondom de toren te zien. Wandelaars onderaan de bospadvin zien dagelijks de Poolster recht boven de toren.